vrijdag 15 juli 2005

De tentoonstelling "Dorpsstraat van Renkum"

Dit verslag werd eerder gepubliceerd in Echo's van zes dorpen, juli 2005, pp. 3-4

Verslag door Gerard van der Schouw, Wageningen.

Deze tentoonstelling werd op zondag 10 juli j.l. verzorgd door 'n aantal leden van 't “Genootschap Redichem" en wel van 11.00 - 17.00 uur op 't "Everwijnsgoed" aan de Bennekomseweg 160 te Renkum.

Als donateur van dit genootschap was mijn nieuwsgierigheid wel geprikkeld, hoe deze leden dit in een historische boerderij van ca. 200 jaar oud zouden inrichten. Met 't oog op het feit dat 't niet in 't dorpscentrum was, of er dan wel voldoende belangstelling zou zijn!
Ondergetekende pakte dus z'n autootje en tufte vanuit Wageningen naar de Bennekomseweg 160 te Renkum, parkeerde mijn vehikel in de schaduw van de bomen en ging met mijn vrouw op zoek naar de tentoonstelling. We belandden in een gedeelte van de boerderij alwaar de kunstenaars hun kunststukken tentoonstelden, waar we dus niet moesten wezen. Deze mensen waren zo vriendelijk ons te verwijzen naar een ander gedeelte van de boerderij. Via het restaurant liepen we binnendoor naar de deel. Zo belandden we bij de gezochte tentoonstelling.
Wat ons zo wie zo opviel, dat de belangstelling hiervoor groter was dan we eigenlijk verwachtten. Later vernamen we, dat er in de zes uurtjes van de openstelling, toch zo'n ca 350 bezoekers waren geweest. Het leukste was, dat je weer zoveel oude bekenden ontmoette en was de belangstelling voor elkaar nog groter, dan voor de tentoonstelling. De tentoonstelling op zich was goed ingedeeld zeker gezien 't verschil van het heden en het verleden!
De lectuur op de borden vond ik teveel van 't goede, alhoewel de lectuur op de tafels wel gretig aftrek vonden, terwijl ik zelf graag nog wat meer oude foto's op de borden had gezien.
Toch wil ik de leden hiervoor in positieve zin 'n compliment geven voor al dat werk, want eigenlijk is 't op zo'n boerendeel moeilijk om zoiets op te stellen, want of de borden hingen te hoog aan de draad of 't was lastig deze aan bepaalde steunbalken te bevestigen en toch moesten deze borden in een korte tijd geplaatst zijn!
Verder werden we door de dames onthaald op de koffie en op de foto gezet door de voorzitter, terwijl Ab nog aan belangstellenden wat eigen foto's liet zien en van commentaar voorzag, in ieder geval kan men terugzien op een succesvolle tentoonstelling, want het blijkt dat de Renkummers hun achtergrond toch niet verloochenen en de jeugd veel belangstelling had voor de oude geschiedenis van 't dorp!

Jeugdherinneringen aan dorpskern Renkum en Jufferswaard (2)

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Echo's van zes dorpen, uitg. juli 2005, pp. 11-23

VOORLOPIG MET ILLUSTRATIES VAN BEPERKTE KWALITEIT

Door G.A.W. van der Schouw.

We vervolgen onze rondwandeling door de Dorpsstraat van Renkum bij Café van Wamel, Dorpsstraat nummer 2. Daar ging ’s zaterdags na werktijd vanaf de "Jufferswaard" en 's zondags na de hoogmis menigeen een hartversterkertje halen. Op nr. 4 zat Paul Verhoef met sigaren van allerlei merken zoals Schimmelpenmnck, Hofnar, Panter, Willem 11 enz. en niet te vergeten de rooktabak van Friese Herenbaai, Rode Ster en vooral de pruimtabak B.K. die favoriet was bij opa van der Schouw. Toen Paul Verhoef er mee stopte, kwam daarin de groentezaak van de fam. Klomp, met verschillende kinderen, waarvan ik me nog Jan en Gijsje herinner.
Op nr. 6 zat dameskapsalon Bouwman (voorheen Remmerden), die de dames voor het weekend weer aan een net kapsel hielp. Naast de kapper op nr. 8 de winkel en op nr. 10 de smederij van W.G. Jansen "de smid". Daar heb ik goede herinneringen aan, omdat ik vaak een babbeltje maakte met zijn zoon Henk en zijn dochter Miep. Deze had een goede zangstem. Ook had ik een keer, met het sleetje rijden vanaf de schoolweg (Don Boscoweg) richting Dorpsstraat zo'n snelheid, dat ik de Dorpsstraat over vloog en in de smederij van Jansen belandde, waarop Jansen me vroeg: "Kom jij me helpen vriendje?" Ik wist op dat moment geen antwoord.

Dan had je op nr. 12 Henk Kaal, een grote stevige man die een manufacturenzaak dreef en op nr. 14 zat de vishandel van de fam. Rijsemus, met de zonen Godefried, die later een viszaak had in de Veerstraat in Wageningen, Hans de middelste van de jongens en Joost de jongste, die later vertegenwoordiger werd bij een autobedrijf in Wageningen. Van de dochters van de familie herinner ik me nog Mien en Grada.
Daarna kwam de bekende kruidenier Jantje J. Jacobs, met op nr. 16 de winkel en op nr. 18 het woonhuis. Deze man bedacht altijd voor zijn winkeletalage iets leuks b.v. tegen de paastijd een elektrische springende haas of een bewegende kip met eieren erom heen en in december een elektrische spoortrein, die door de hele etalage liep, waarvan ik uren kon genieten. Prachtig vond ik dat!
Niet te vergeten de fietsenmaker Jan Lentjes op nr. 20, die alles wat krom was recht wist te maken, desnoods met behulp van hamer en tramrails! En op nr. 22 had je Deci v. d. Burg, de bakker, naar ik meen met 2 zonen, Dick en Cor. De winkel lag gelijk met de Dorpsstraat en werd bediend door Mw. v.d. Burg - Maters, terwijl de bakkerij onder het woonhuis en de winkel was. Tussen nr. 20 en 22 was ook nog een open ruimte waarop een loodsje tegen nr. 20 was aangebouwd, bestemd voor opslag van de takkenbossen. Deze werden gebruikt voor het stoken van de bakoven van de bakkerij. In de bakkerij stond een lange tafel waarop het deeg in bakvormen werd gedaan.
Nr. 24 was het woonhuis dan de fam. Maters, de schoonouders van bakker v. d. Burg. Het was n.l. een dubbel blok d.w.z. dat de nrs. 22 en 24 onder één kap vielen. Naast nr. 24 lag een steegje.
Daarna volgde een blokje van 3 winkel - woonhuizen met de nrs. 26-28-30. Op nr. 26 bedreef Willem Heij zijn sigaren en sigarettenhandel. Op nr. 28 zat het café van A.H. Leeuwis of te wel Bart Leeuwis, die daar de scepter zwaaide. In dat café werd éénmaal per jaar en wel op 5 oktober door opa van der Schouw met zijn 3 zonen de verjaardagsborrel genuttigd. In dat pand werd later de apotheek "Renkum" gevestigd! En op nr. 30 hadden we dan de kapper Eduart de Jong, waar op woensdagmiddag de kinderen voor één dubbeltje geknipt werden.

Na weer wat tussenruimte kwam een blokje van 2 woonhuizen met de nrs. 30a en 32. Mw. Emmen - Stroucken had op nr. 30a een winkeltje in souvenirs en beelden voor katholieke gezindten, terwijl op nr, 32 dhr. H. Staring onder zijn huis een meubelmakerij had. Na nog wat tussenruimte en tevens wat verder van de Dorpsstraat afgelegen had je dan de nrs. 34 en 34a.
Op nr. 34 woonde Mw. Franken. Daar stond ook nog de oude dorpspomp, die vroeger werd gebruikt voor mens en dier, terwijl op 34a de "vrachtrijders" van dhr. Pluim hun bedrijf uitoefenden. De nrs. 34 en 34a zijn omstreeks 1941 afgebroken en op de opengevallen plek is in de jaren 1945-1947 een noodwinkel geweest in kruidenierswaren. Dan wat ruimte waarop villa "Margaretha" stond en nog steeds staat, waarmee ik mijn verhaal begon bij de belichting van het zuidelijke gedeelte van de Dorpsstraat.
Om de wandeling rond te maken wil ik nog even terug naar de hoek van de Melkdam en de Dorpsstraat. Vanaf de Melkdam gezien, kon je dan ook rechtstreeks op de Utrechtseweg kijken, alwaar je dan in oostelijke richting tot de bocht bij het klooster (21, zie kaart op pagina 14 en 15) van de zusters deze weg kon volgen. Vanuit die bocht gaan we terug in westelijke richting, dan had men tussen het klooster en de Schoolweg nog een geel gesausd huis van 2 onder één kap, waarvan aan de oostzijde de familie Emmen woonde en aan de westzijde de familie Gerritsen. Hierna kwam de Schoolweg en dan een dubbele woning (22), waarvan aan de oostzijde de familie Harten woonde. Dit huis werd op 18 september 1944 door
oorlogshandelingen zwaar beschadigd. Daar vonden tijdens herstelwerkzaamheden de schilder Emmen uit de Dorpsstraat en zijn zoon Theo de dood. Aan de westzijde van de dubbele woning bij de Schoolweg woonde het hoofd van de Ned. Herv. School, meester Schuurman, ook "het krielhaantje" genoemd. Daarna de naar achter gelegen Ned. Herv. School met een schoolplein ervoor dat tot aan de Utrechtseweg
reikte, waar de ''Wilhelminalinde" (23) met het fraaie smeedijzeren hekwerk er omheen het schoolplein sierde.
Afbeelding Pagina 14 en 15: Detail van een luchtfoto uit 1944 van het dorpscentrum van Renkum waarop bovenstaande huizen staan aangegeven. (Bron: Collectie G.A. W. van der Schouw, W. U.R.).

De complete route:
Nr.1
Nr.2
Nr.3
Nr.3a
Nr.4
Nr.5
Nr.6
Nr.7
Nr.8
Nr.9
Nr.10
Nr.11
Nr,12
Nr.13
Nr.14
Nr.15
Nr.16
Nr.17
Nr.18
Nr.19
Nr.20
Nr.21
Nr.22
Nr.23

Nr.24

Nr.25
A’dorpsstraat 5
Kerkstraat
Dorpsstraat
Dorpsstraat
Veerweg
Veerweg
Veerweg
Veerweg
Veerweg
Zomerdijk
Zomerdijk
Zomerdijk
Melkdam
Melkdam
Zomerdijk
Zomerdijk
Zomerdijk
Melkdam
Melkdam
Melkdam
Melkdam
Utrechtseweg
Utrechtseweg
Utrechtseweg -

Utrechtseweg -
Dorpsstraat
Dorpsstraat 3+5+7
winkel slager D. v. Beek (woonh. A’dorpsstr.5a)
Ned. Herv. Kerk
villa "Margaretha"
kruising Veerweg / Kerkstraat
kruising chloorbeek
kruising fabrieksspoor
luchtspoor (kolentran sport)
Veerhuis
Veerkop - loswal
zandplaat (ten oosten v. d. Veerkop)
zwembad
schuit van Stef v. Wamel
boerenhuis Ariëns (ovenbaas)
stulpje de Bruijn (stalknecht)
steenoven "Jufferswaard"
ligplaats rivierschepen
zanddroger dhr. Gerritsen
ijsbaan IJsvereniging "Vooruit"
drooghutten "Jufferswaard"
eindpunt klei-opslag "Jufferswaard"
schippersbeurs Jan v. Wamel
Klooster "St. Maria"
woning familie Harten
"Wilhelminalinde"
(Ned.Herv.School)
kerkplein R.K. Kerk nr.153
kerkplein en pastoie nr. 1
huize "Frisia"
*
**
***
Groenedaalseweg 73
Achterdorpsstraat 3
Bergerhof 9
Geboortehuis Gradus v.d.Schouw, 1866
Geboortehuis J.Th.v.d.Schouw, 1904
Geboortehuis G.A.W. v.d.Schouw, 1928

Afbeelding: Op deze kaart nog enige bijzonderheden in de omgeving van Renkum met o.a. De Kortenburgse-, Molen-, en Heelsumsebeek, de steenfabrieken en het oude veer. (Kaart: Collectie G.A.W. van der Schouw).
(16) (17)
Naast de school stond "Ons Huis" dat bewoond werd door de familie de Leeuw, met parallel aan dat schoolplein een lange voortuin, die ook tot aan de Utrechtseweg reikte. In deze voortuin staat nu dichter naar de weg toe een woning.
Vervolgens had men een dubbele woning die bewoond werd door de familie Luyks, waar nu de "antiek"-handel van de fa. Bregman is gevestigd. Naast de oprit van de fa. Bregman een woning die bewoond werd door de gezusters Remmerden.
Dan kreeg je woning nr. 149 met daar achter de garage van Herman Termaten, met aan de westzijde van het woonhuis een brede oprit naar de garage toe.
Hierna volgde villa "Lemgo" op nr. 151, waarin veel verenigingen van "roomse" zijde vergaderden. De ingang was aan de westzijde van de villa aan het kerkplein van de R.K. Kerk.
De R.K. Kerk stond (staat) wat verder van de weg af, met een groot kerkplein (24) ervoor, dat tot aan de Utrechtseweg reikte. De nummering van de kerk was en is nog steeds nr. 153. Op het kerkplein is in de vijftiger jaren een monument opgericht ter nagedachtenis aan de jongens uit de R.K. gemeenschap die gesneuveld zijn in de strijd om het behoud van Indonesië 1945-1950, te weten Anton van Kesteren, Dolf Verstegen en Piet Jacobsen. Later zijn ook de namen van de andere gesneuvelde jongens uit Renkum op de gedenkplaat van het monument geplaatst n.l. H. Blauw, T. van Gelder, G.A. Welle en D. Schenkhof.
Het kerkplein was aan de straatzijde afgebakend met 2 pilasters, waarin scharnieren waren bevestigd en aan die pennen hingen witgeschilderde houten hekken, die tijdens processies werden gesloten.
Tevens liep langs de straatzijde naar de oostzijde tot de oprit van de garage van Herman Termaten en naar de westzijde tot en met de pastorie een stenen muur met daarop een ijzeren hekwerk gemonteerd. De ingang van de R.K. pastorie lag aan de oostzijde van het kerkplein.

Tussen de panden van garage Termaten en de pastorie lag in 1936 de tramrails met een bocht vanuit de Utrechtseweg in westelijke richting het dorp in. In die bocht had de rail een binnen keerrug waardoor het regenwater er vaak zand in spoelde, waar in het voorjaar de hagedisjes zich heerlijk in het zand koesterden.
Zo nam ik ook een keer een hagedisje mee naar school en zette hem in het klaslokaal bij mijn bank op de grond. Binnen de kortste keren was het raak, want dat beestje bleef niet op zijn plaats zitten en ik kon verdwijnen met mijn vriendjes, omdat dit niet op prijs werd gesteld. En dat heb ik toen geweten!
Aan de westzijde van de pastorie liep een “eigen weg”. Nu is dat de Don Boscoweg die vanaf de Dorpsstraat langs de Don Boscoschool, toen de R.K. Jongensschool, loopt. Deze eigen weg behoorde bij de pastorie. Voorbij deze weg kregen we huize "Frisia" (25) waar aan de oostzijde van het pand J.Th. ofwel Jo v. Swaay woonde. Hij was de koster van de R.K. Kerk. Aan de westzijde woonde de familie Jan Peelen met hun twee dochters, Doortje en Bertha. Hun voordeur mondde uit in het steegje dat naar de huizen van de Achterdorpsstraat nr.l en 3 liep, waar de familie v.d. Schouw woonde. Dat steegje werd gevormd door de westzijde van huize "Frisia" en de slagerswinkel van de familie D. v. Beek. Deze was nog genummerd als Dorpsstraat
nr.7. Vroeger liepen de nummers iets anders n.l. huize "Frisia" had de nrs. 3-5-7 en had de ingangen: oost = nr. 3; zuid = nr. 5; west (steegje) = nr. 7; ingang zuid is later vervallen en men heeft de nummering opgeschoven. Van hieruit ben ik ook met mijn verhaal begonnen!
Ik wil de roots vanuit mijn geboortedorp niet verloochenen en wat ik heb meegekregen aan liefde voor de natuur en railvervoer. Ik heb nog steeds bewondering voor Wes Beekhuizen zoals hij ons dorp en de natuur beschrijft in zijn prachtige boek "Groen was mijn dorp" uit 1973, waaruit ik nog verschillende herinneringen ophaalde over dingen die er omstreeks 1938 nog waren en nu veranderd of verdwenen zijn.

Afbeelding: Plan herstel van het perceel Achterdorpsstraat 5 te Renkum (1945). (Kaart: Collectie G.A.W, van der Schouw).
Afbeelding: "Schouwburcht", 1903 t/m 1945, Achterdorpsstraat nummer 3 te Renkum. (Foto: Collectie G.A. W. van der Schouw).

Het leeftijdsverschil tussen hem en mij is nog altijd 24 jaar, maar ik hoop toch dat ik op deze manier mijn steentje heb kunnen bijdragen aan de historie van ons mooie dorp.
Ik vind het nog altijd jammer, dat het railvervoer in onze zuidwest hoek van de Veluwe niet zo spaarzaam is bedeeld, wat veel behoud van de natuur had betekend!
Toen de elektrische tram van Arnhem via de Veluwezoom naar Utrecht, in 1937, werd opgeheven, vond ik dat als kind maar niks, dat er bussen gingen rijden. Als ik met opa mee mocht naar het stortveld van de papierfabriek, dan keek ik uit naar het trammetje met stortvuil dat bestuurd werd door Chr. Versteeg; dat was in ieder geval een tram!

Afbeelding: Familie G. van der Schouw. Deze foto is genomen tegen de achterzijde van het slachthuis van slagerij Joost de Wit resp. Dirk van Beek. Op de foto in het middenstaand, zoon Johan die zijn verplichting aan 'de Nationale Militie' vervulde. Foto uit 1924. (Collectie G.A. W. van der Schouw).

Het vervoer zat ook wel in de familie, nl. ca. 1850 was Jan v.d. Schouw vrachtrijder en bierdrager; ca. 1900 was opa, Gradus v.d. Schouw (*) schipper in zand en steen; ca. 1936 trouwde een dochter van opa, Marie, met schipper L.A. Wennekes; ca. 1925 wilde mijn vader, Jo v.d. Schouw (**), chauffeur worden, maar wegens familieomstandigheden lukte hem dat niet en ondergetekende (***) was altijd al gecharmeerd van railvervoer en ging vanaf ca.1948 vaak op de fiets naar mijn vriend in Ede, waar we naar het station Ede -Wageningen gingen om daar de treinen en stoomlocomotieven te bestuderen. Later, omstreeks 1954, ben ik nog met Wim v. Kesteren, (hij woonde aan de zandweg nabij de Hogenkampseweg) gestationeerd geweest op het NS-depot in Arnhem. Daar reden we als leerling-machinist op stoom naar Winterswijk in het personenvervoer en het goederenvervoer. Dat gebeurde ook in "Het Broek" te Arnhem of in "De Aam" te Eist. Het was hard werken, maar ik deed het met plezier, Vooral als ik met machinist Evert Mulder, Wim v. Barneveld of Joling op de locomotief nr. 3742 de rit Arnhem / Winterswijk ging maken via Zevenaar en Doetinchem door het boeiende Achterhoekse landschap, was dat
voor mij het einde! De locomotief nr. 3742 werd gesloopt op 18 juli 1957 bij de fa. Simons te Rotterdam.
Inmiddels was ik getrouwd en heb i.v.m. de gezondheidstoestand van mijn echtgenote en op medisch advies het besluit genomen om hiervan af te stappen, Hoewel het heimwee naar het railvervoer altijd is gebleven. De tijden veranderen en daar ontkomt niemand aan. Zelfs de NS niet, want daar werd in 1958 het stoomgedeelte opgeheven!
Het railvervoer en het gevoel voor de natuur heb ik in mijn geboortedorp leren ontdekken en draag dit nog altijd met mij mee. Ik hoop hiermee een kleine bijdrage te hebben geleverd aan de historie over mijn jeugd in het mooie Renkum aan de Rijn aan rand van zuidwest Veluwe!

Geboorteplaatsen:
(*) Groenendaalseweg 73 - G. v.d. Schouw (1866)
(**) Achterdorpsstraat 3 - J. Th, v.d. Schouw (1904)
(***) Bergerhof 9 - G.A.W. v.d. Schouw (1928)

Bronnen:
• Groen was mijn dorp, van Wes Beekhuizen
• Speciale Collecties, Bibliotheek Wageningen U.R.
• Foto-overzicht Dorpskern Renkum, 3147 106G 2816 12 SEP 44F/36//541 SQDN


zondag 15 mei 2005

Jeugdherinneringen aan dorpskern Renkum en Jufferswaard (1).

Dit artikel is eerder gepubliceerd, in Echo's van zes dorpen, mei 2005, pp. 12-25

(VOORLOPIG MET ILLUSTRATIES VAN BEPERKTE KWALITEIT)

door G.A. W. van der Schouw

In vroeger tijden, omstreeks het jaar 900, lag de dorpskern van Renkum tussen het einde van het Renkumse beekdal en het begin van de Bokkedijk, richting Wageningen. Deze kern lag op de "Wageningse Berg" nabij de Holleweg, de weg naar het Lexkesveer. De afstand van Renkum naar Wageningen was toen ca.3 km. Deze kernen zijn in de laatste 1000 jaar respectievelijk in oostelijke en westelijke richting uitgebreid zodat nu de afstand tussen deze kernen ca.5 km bedraagt.

Via een rondje Dorpsstraat - Veenveg - Zomerkade - Melkdam - Utrechtseweg / Dorpsstraat hoop ik een steentje bij te dragen aan de historie van het Renkumse dorpsleven omstreeks 1936 / 1944. We beginnen bij de winkel van slager van Beek (1), waar ik één van mijn mooiste herinneringen heb beleefd. Ik wil mijn verhaal graag beginnen met de foto van de Oranjeboog, op 31 augustus 1938, ter ere van het 40-jarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina.

Afbeelding: Ereboog t.a.v. 40-jarig regeringsjubileum van KoninginWilhelmina. Hoek Dorpsstraat/Achterdorpsstraat Renkum 1938. (Foto collectie G.A.W. van der Schouw).

Dit was op de hoek van de Achterdorpsstraat en de Dorpsstraat, waar je o.a. op de kruidenierswinkel van Jantje J. Jacobs keek. Deze boog werd gesponsord door de middenstand en geplaatst door de buurt. De torens werden van steigerpalen en booghout van bouwbedrijf v.d. Born uit de Kerkstraat gebouwd en de rollen kippengaas, aangeleverd door de smid Jansen, werden om het bouwwerk vast getimmerd. De bloeiende heide werd met paard en wagen gebracht en in het kippengaas gestoken. De bordjes 1898 en 1938 werden gemaakt door de familie v.d. Schouw. Onder deze bordjes kwamen oranje strikken en op de punten van de torens werden oranje vlaggen geplaatst. Op het midden van de boog kwam een schild met in het midden een waaier, waar vanuit een oranje baan liep, en de beide zijden werden gedrapeerd met rood - wit - blauw. Toen de boog klaar was, kwam fotograaf Dijken uit Heelsum en zette alle makers van de boog op foto!
Nu gaan we verder en steken het begin van de Achterdorpsstraat over en komen op de Dorpsstraat uit, bij het postkantoor. Aan de oostzijde boven het kantoor en de loketten, op huisnummer 9a, woonde de badmeester, "Levinson". Het postkantoor zelf had nr.9 en het woonhuis nr.l 1. Daar woonde de fam. Buddingh met hun zoon Wim en dochter Miep. De heer Buddingh was toen directeur van het postkantoor. Er lag ook een stukje tuin, dat bij woonhuis nr.11 behoorde.
Vervolgens kwam men bij het café van L.A. Corton met o.a. dochter Lien. Daarnaast de fam. v. Swaay (later Smits), die in manufacturen en kleingoed deed, d.w.z. naast kleding ook stopzijde, knopen en garens enz.. Dan volgde een smalle hoge stoep van 2 treden naar Dorpsstraat 23 en belandde men in de schoenenwinkel van L. Delsink, die tevens aan de achterzijde van het pand een schoenmakerij bezat, die aan de Achterdorpsstraat lag. Naast de schoenmaker zat bakker Buddingh met zijn heerlijke Renkumse Ringen. Daar was in de decembermaand een extra etalage met suikergoed en marsepein.

Afbeelding: Detail van een luchtfoto uit 1944 van het dorpscentrum van Renkum (zie ook pagina 16, 17 en 18) waarop de route staat aangegeven van de in dit artikel genoemde huizen. (Bron: Collectie G.A. W. van der Schouw / W.U.R.).

Als wij dan als kinderen bij de bakker speelden, vroeg hij naar onze namen en dan spoot hij onze naam met een puntzakje gevuld met vloeibare chocolade op een velletje papier en dit moesten we thuis laten zien. Zo had hij rap de kinderen uit de bakkerij. De bakker had 2 kinderen te weten dochter Bep en zoon Steven, die later lste burger van de gemeente Steenderen werd. Vervolgens kwam de elektrozaak van "Meta" met in hoofdzaak lampen, op allerlei gebied. Daarnaast wat open ruimte, om dan het volgende woonblok aan te treffen, waarin aan de oostzijde de fam. Remmerden woonde.

Route:
Nr. l Dorpsstraat 7a(?)- winkel slager D.v. Beek
Nr.2 Kerkstraat - Ned. Herv. Kerk
Nr.3 Dorpsstraat - villa "Margaretha"
Nr.3a Dorpsstraat - kruising Veerweg / Kerkstraat
Kr.4 Veerweg - kruising chloorbeek
Nr.5 Veerweg - kruising fabrieksspoor
Nr.6 Veerweg - luchtspoor (koïentransport)
Nr.7 Veerweg - Veerhuis
Nr.8 Veerweg - Veerkop - ïoswal
Nr.9 Zomerdijk - zandplaat (ten oosten v.d. Veerkop)
Nr.10 Zomerdijk -zwembad
Nr.11Zomerdijk - schuit van Stef v. Wamel
Nr.12, Melkdam - boerenhuis Ariëns (ovenbaas)
Nr.13 Melkdam - stulpje de Bruijn (stalknecht)
Nr.14 Zomerdijk - steenoven "Jufferswaard"
Nr.15 Zomerdijk - ligplaats rivierschepen
Nr. 16 Zomerdijk - zanddroger dhr. Gerritsen
Nr.17 Melkdam - ijsbaan IJsvereniging "Vooruit"
Nr. 18 Melkdam - drooghutten "Jufferswaard"
Nr. 19 Melkdam - eindpunt klei-opslag "Juff er s waard"
Nr.20 Melkdam - schippersbeurs Jan v. Wamel

Aan de westzijde de fa. van Norden, die een winkel in manufacturen dreef (nu schoenenzaak Delsink). Hierna weer wat open ruimte. Dan kreeg je de fa. Schaafsma met zijn zadelmakerij aan de oostzijde van het pand en een kruideniersbedrij f aan de westzijde. Ook naast het kruideniersbedrijf van Schaafsma was een open ruimte.
In het volgende pand zat de fa. Goedhart aan de oostzijde, met zijn specialiteiten in damesondergoed. Aan de westzijde van het blok was de fietsenmaker "Mastbergen" met zijn 2 zoons, Wim en Nol. De fietsen stonden in de winkel. Aan dezelfde westkant was een open steegje, dat naar de fietsenwerkplaats leidde. Voorbij dat steegje was nog een fietsenwinkel en wel van de fa. Nico v.d. Meulen, die had
zijn fietsenwerkplaats via een steeg vanaf de Kerkstraat achter zijn huis.
Naast v.d. Meulen kreeg je Vincent Richards die gespecialiseerd was in radio's en elektra. Hierna volgde tot aan de hoek van de Kerkstraat de fa.Hoefsloot, die handel dreef in meubelen. Als men dan bij Hoefsloot rechtsaf de Kerkstraat in ging, zag je na ca. 150 mr. Rechts de Ned. Herv. Kerk (2) met z'n mooie klokkentoren die bij de luchtlandingsgevechten, in september 1944, jammer genoeg verloren is gegaan!
We gaan nu even iets terug in oostelijke richting en nemen de draad weer op aan de zuidzijde van de Dorpsstraat vanaf nr.40 Huize "Margaretha" t/m de hoek van de Veerweg. Naast villa "Margaretha" aan de westzijde lag de parkeerplaats (3) voor de auto's van Hotel "Rijnzicht", nu "Rijnhof, tehuis voor bejaarden. Hotel "Rijnzicht" werd toen beheerd door Frits v. Rijswijk. Naast het hotel richting Veerweg was de fa. van Wamel, de kleermaker. Hij had 2 dochters nl. de oudste, Betsie en een paar jaar jongere zus Truus. Hiernaast was een steegje. Dan kwam de speelgoedbazaar van Wout v.d. Born, voorheen Noppen, nu de fietsenwinkel van Nol Mastbergen. Je kon daar zo fijn naar al dat mooie speelgoed kijken en je kon zo een verlanglijstje maken voor Sinterklaas.
Naast v.d. Born kreeg je slager Burgers met zoon Dick en vervolgens op de hoek van de Dorpsstraat / Veerweg de stalhouderij van Jan v. Ee, later Ben Wessels met groentezaak. Op diezelfde straathoek werd de bekende Mijntje Verwoerd in 1938 doodgereden.
Op de andere hoek van de Dorpsstraat en de Veerweg was Alben Heijn. De heer v. Drie was de chef en hij had een zoon, Henk v. Drie. Naast A.H. was C.Jamin, de snoepwinkel waar je zondagsmiddags tussen 14.00 en 17.00 uur een versnapering kon halen o. a. pinda’s of een ijsje.
Nu gaan we de Veerweg in. Aan de linkerkant (oostzijde) achter Jan v. Ee was een grote wagenschuur en stal en verderop nog 2 witgesausde huizen waarvan ik meende dat aan de ene zijde de fam. Teunissen v. Manen woonde. Van de andere zijde moet ik het antwoord schuldig blijven, daar was de "oude" schippersbeurs gevestigd.

Verder lopend richting het veer kruist men de "chloorbeek" (4), die geheel vanaf Hotel Campman ten westen van het dorp langs de zuidzijde van de Dorpsstraat maar het oosten liep, om daarna om het afvalstort van de papierfabriek heen in zuidelijke richting door het sluisje in de Zomerdijk naast de Veerkop in de Rijn uitmondde.
Voorbij de genoemde sloot kruiste ca. 50 meter verder in de Veerweg richting het veer de rails (5) van de elektrische tram, die het afval van de papierfabriek in lorries naar het afvalstort bracht, alwaar ik met opa v.d. Schouw heel wat afvalhout, afkomstig van de houtslijpers, mee mocht nemen voor brandstof in het fornuis.
Zoals ik al de linkerzijde van de Veerweg beschreef, even teruggaande vanaf de Dorpsstraat / Hoek A.H., de rechterzijde (westzijde) van de Veerweg meenemend weer in zuidelijke richting naar het veer, lag de timmerwerkplaats van de fa. Peters. Een aantal meters verderop tussen de werkplaats en de chloorsloot stond een nieuw blokje huizen, waarin o.a. de fam. Lagedijk met zoon Jan woonde. Daarna passeerde je de sloot en dan lag er een opslagplaats tot aan de tramrails van het afvaltransport, dat werd gebruikt t.b.v. reserveonderdelen zoals afsluiters, bochten en pijpstukken.
Vanaf diezelfde tramrails gerekend naar de haven, lag het kolenveld t.b.v. het stoken van de elektrische centrale. Deze kolen werden per schip aangevoerd en werden dan later naar het kolenveld getransporteerd via het luchtspoor (6). Dit vond ik erg interessant, want dat kende men toen in de hele omtrek nog niet. Het werd o.a. bediend door dhr. Gerritsen, van de van Ingenweg.
Na passage van het kolenveld en de haven komen we bij het Veerhuis (7) nabij de veerpont. Het werd eerst bewoond door Willem v. Roekel en daarna door de fam. van Rijswijk. Dit pand werd later een soort "buurthuis" voor ouderen, die hier heel wat gezellige uurtjes doorbrachten, o.a. 's morgens de "Betuwe" in voor fruit enz.,enz. en 's middags was het een kaartje leggen en "oude" verhalen vertellen.
De zandplaat ten westen van de veerpont was een verharde losplaats geworden. De familie van Stef v. Wamel met zijn oude schuit (11) was verhuisd en had een ligplaats gekozen bij de steenfabriek van Ariëns, tegenwoordig Pilo.

Afbeelding: Fabriek 'Van Gelder Zonen' met haven, rechts bij de stip de elektrische centrale en daarnaast (met ster) het 'luchtspoor' ten behoeve van het kolentransport. (Foto: Collectie G.A, W. van der Schouw).
Direct naast de veerkop rechts, op de hoek van de loswal was een rond en zwaar betonnen voetstuk (8), waaraan men een lantaarn en een bel had gemonteerd, zodat men de veerman kon oproepen als hij aan de overzijde van de rivier lag. Dit betonnen voetstuk werd in de winter van 1940, toen de dichtgevroren rivier ging kruien, door de ijsschotsen van zijn plaats gedrukt en stapelde de schotsen zich op, meters hoog op de veerkop.
Aan de andere zijde van de veerkop in oostelijke richting, dus aan de linkerzijde, was de uitmonding van de chloorsloot in de rivier. We lopen nu ca. 100 mtr. in noordelijke richting langs de sloot terug om dan rechtsaf in oostelijke richting het sluisje in de Zomerdijk over te steken. Zodra we die gepasseerd zijn, lag daar nabij de eerstvolgende krib ook een zandplaat (9) die in 1945 werd opgevuld met puin van de vernielingen uit de oorlog.
Afbeelding: Zwembad Renkum, volgens de datum op de ansichtkaart 8 juli 1930. (Foto: Collectie G.A. W. van der Schouw).

Verder wandelend via die Zomerdijk komen we bij het zwembad (10) in de Rijn, waar badmeester Levinson de scepter zwaaide en waar de beginsporen van de Renkumse Zwem Club lagen. Dit zwembad, geopend in 1929, dreef op afgesloten tonnen en bakken die onderling aan elkaar verbonden waren. Daar overheen waren planken gelegd en kleedhokjes geplaatst. Tijdens de winterperiode met ijsgang in de rivier, werd het bad naar de haven van de papierfabriek gesleept. Weer verdergaand komen we aan bij de ligplaats (11) van de voornoemde "oude" schuit van Stef v. Wamel, tegenover de moestuin van het boerenhuis (12) bij de ovenbaas Ariëns. Wes Beekhuizen schreef in zijn boek "Groen was mijn dorp" over de stalknecht "Buddingh" die in het stulpje (pub) tegen de oven woonde. In datzelfde stulpje (13) woonde omstreeks 1940 ene Bart de Bruijn, als stalknecht, die na de verwoesting van de oven door oorlogshandelingen t.g.v. de luchtlanding op 17 september 1944, naar de steenoven de "Lunenburgerwaard" te Wijk bij Duurstede is vertrokken.
Op en langs de steenoven "Jufferswaard" (14) liggen voor mij ook vele herinneringen daar er veel schippers (ook familie, zie onderstaande afbeelding) met hun schepen bij de oven lagen als ligplaats, om er eventueel een vrachtje stenen te kunnen-laden. Was er op dat moment geen vracht dan gingen de schippers via de Melkdam naar de "schippersbeurs" van Jan v. Wamel om in te schrijven voor een of andere nieuwe vracht.

Afbeelding: Gradus van der Schouw, schipper in zand en steen, geboren op 5 oktober 1866 en overleden op 15 november 1944. (Foto: Collectie G.A.W. van der Schouw).

Hierbij nog een paar jeugdherinneringen n.l. de "zanddroger" van de steenoven. Dhr. Gerritsen stond altijd vlakbij de Rijn nabij de ligplaats van de schepen, omdat hier ook het rivierzand werd gedumpt. Dit zand werd door hem met een schep op een grote schuinstaande zeef (16) geschept om de grove korrels uit het zand te halen. Het fijne zand werd gebruikt voor het inwendig zanden van de steenvorm voordat de klei in de vorm werd geperst. Dat was voor ons, als kind zijnde, een kolfje naar de hand, want een beetje zijdelings van de "berg" zand was het zand altijd vochtig. Een grotere zandbak om kastelen in te bouwen kon men nergens vinden en dhr. Gerritsen vond het prachtig. Dan speelden we met de kinderen van Stef v. Wamel, t.w. Bets, Stien en Stef, of met die van Bart de Bruijn, t.w. Antoon, Koos, Marietje en haar zusje. Ook waren de schipperskinderen van het schip "De Strijd", t.w. Arie, Annie en Cobie Wennekes vaak van de partij en dan werden er heel wat dorpen, wegen en kastelen gebouwd.

Verder wandelend via de Melkdam ging ik wel eens met vriendjes langs de vol met water staande grondput die westelijk van de Melkdam lag, want in die put zat veel kikkerdril (donderkopjes) en kleine visjes. Het was een sport om wat van die donderkopjes of visjes te vangen. Ook hoorde je dan vaak de kikkers kwaken!
In de winter tijdens de vorstperiode werd deze grondput als ijsbaan gebruikt. Ik meen dat hier de eerste sporen van de Renkumse ijsvereniging "Vooruit" liggen, met o.a. Dick Emmen van de schoenenwinkel en zijn partner Annie Koenders, die tot de "schoonrijders" van het dorp behoorden. Dan werd er vanaf de Melkdam een brede loopplank de wei ingelegd en verder een pad gebaand door het weiland naar de ijsbaan. Daar stond dan een tentje (17) voor kaartverkoop, warme drank enz.. Later is de ijsbaan verhuisd naar de hoek "Onder de Bomen / Kortenburg".
Als de vorstperiode voorbij was, kreeg men hierna i.v.m. veel smeltwater in de rivier hoog water en stroomde het water onder de drooghutten van de Jufferswaard door, over het lagere gedeelte van de Melkdam richting ijsbaan (grondput).
Maar tegen het hogere gedeelte van de Melkdam lag nog die brede afloopplank van de ijsclub. Nou een mooier vlot om te varen bestond er niet, maar je besefte toen eigenlijk te weinig, dat het met dat snelstromende water levensgevaarlijk was.
De drooghutten (18) die ik net noemde, lagen aan de oostzijde van de Melkdam. Dan doorgaande in de richting Dorpsstraat passeren we het eindpunt (19) van de klei opslag, waaraan een nare herinnering kleeft bij het vinden van een Omgekomen Engelse militair, in september 1944,
Dan volgt de weide met een uitloper van de chloorsloot die via een duiker onder de Melkdam door in oostelijke richting liep en vanaf diezelfde duiker, aan de westkant van de Melkdam had je de moestuin en de "schippersbeurs" (20) van Jan v. Wamel. Deze grensde aan het woonhuis en het café, Dorpsstraat 2, waar menigeen zijn borreltje ging halen. Om even aan de zuidzijde van de Dorpsstraat te blijven. De huisnummers 2 t/m 36 werden al eerder beknopt door mij beschreven in Echo's van zes dorpen, d.w.z. tot huize "Margaretha". (Wordt vervolgd).

Afbeelding: De opening van de schippersbeurs van Renkum in 1934 was kennelijk aanleiding tot enig feestvertoon. Onder het gevarieerde scala aan hoofddeksels gaan voornamelijk schippers schuil. De Renkumse beurs - die niet zolang daarna alweer is opgeheven - was een typisch voorbeeld van de toenmalige kleinschaligheid van de binnenvaart. Met nummer l = Dhr. Van Wamel (beheerder van de beurs), 2 = Mevr. van Wamel, 3 = Mej. van Wamel. (Foto: Collectie G.A.W. van der Schouw).

Bronnen:
• Echo's van zes dorpen, maart 2001
• Groen was mijn dorp, door Wes Beekhuizen
• Foto dorpskern: 3147 106G 2816 12 SEP 44 F/36 //541 SQDN